Procenten snel uit het hoofd berekenen

Voor het uitrekenen van percentages gebruik je meestal je computer of rekenmachine. Toch zijn sommige makkelijk uit het hoofd te berekenen.

Een percentage of procent (je kunt de terminologie door elkaar gebruiken) kun je steeds schrijven als een breuk.
50% kun je dus schrijven als 50/100. Dit kun je ook schrijven als een decimaal getal: 0,5.
Stel dat je 50% van 8 moet uitrekenen. Dan kun je dus schrijven: 50/100 x 8 (50 delen door 100 maal 8 ) of als 0,5 x 8.

Makkelijke procenten

Gemakkelijke procenten zijn procenten die je eenvoudig kunt berekenen. Een aantal voorbeelden:
100%. Dit is natuurlijk alles. Dus 100% van 15 is 15.
50%. Dit is de helft. Als je 50% van een getal moet berekenen, kun je het getal delen door 2. 50% van 80 is 40 want 80 gedeeld door 2 is 40.
10%.  Om 10% van een getal te berekenen, deel je het getal door 10. 10% van 30 is 3 want 30 gedeeld door 10 is 3.
1%. Om 1% van een getal te berekenen, deel je het getal door 100. 1% van 40 is 0,4 want 40 gedeeld door 100 is 0,4.

8% van 50 en 50% van 8

Een ander interessant weetje is dat je het procent en het getal waarvan je het procent wil berekenen steeds mag omwisselen.
Stel dat je 8% van 50 moet berekenen, dan kun je dus eigenlijk 50% van 8 berekenen wat dus 4 uitkomt. Geloof je me niet? Reken het maar eens na: 1% van 50 is 50 delen door 100 wat dus 0,5 oplevert. 0,5 maal 8 (want we willen 8% berekenen) is 4. 50% van 8 is 8 delen door 2 en dus ook 4!
Uiteraard is het omwisselen van getallen maar interessant als je daardoor terug een gemakkelijk procent kunt bekomen.

Moeilijke procenten

Wat nu met moeilijke procenten. Ook hier zou je het nog kunnen uitrekenen uit je hoofd maar het is natuurlijk iets complexer.
Stel dat je 14% van 30 moet berekenen, dan zou je eerst 10% kunnen berekenen, daarna 1% van 30 en dit maal 4 doen en optellen bij de 10%.
Dus 10% van 30 is 30 delen door 10 of dus 3.
1% van 30 is 30 delen door 100 of dus 0,3. Dit doe je maal 4 omdat je 4% wil bekomen. 0,3 maal 4 is 1,2.
Vervolgens tel je beide op om het resultaat te bekomen: 3 + 1,2 = 4,2.
14% van 30 is dus 4,2.