Wanneer begin je daarmee? Heel eenvoudig, vanaf de eerste levensjaren: stap voor stap. Natuurlijk vertel je niet direct de hele rimram. Je bouwt op. Zo kom je tot een verhaal dat het kind aan kan en krijgt het kind een gezond beeld over seksualiteit en wat daar allemaal bij komt kijken.
Jongen-meisje? Begin met het verschil tussen een jongen en een meisje. Een man en een vrouw. Durf spreken over de uiterlijke verschillen, de gelijkenissen. Zorg voor roldoorbreking. Hebben alle jongens korte haren? Spelen alleen meisjes met poppen? Bied verschillend speelgoed aan. Waarom zou een meisje niet met auto’s kunnen spelen? Zorg voor roldoorbrekende taken binnen het gezin. Papa kan net zo goed koken als mama. Gebruik geen kinderlijke benamingen voor de geslachtsdelen, benoem alle lichaamsdelen correct. Kies wat jij zelf passend vindt. Overloop alle lichaamsonderdelen juist.
Waar komen de kindjes vandaan? Stelt je oogappel vragen, probeer daar dan zo gewoon mogelijk op te antwoorden in kindertaal. Schat in wat je kind precies wilt weten. Je hoeft niet de hele evolutie in één keer uit te leggen. Je kind zal zelf wel vragen blijven stellen als het meer wil weten. Wees dus open: baby’s groeien in mama’s buik en worden niet met de ooievaar gebracht. Boekjes bieden een mooie houvast als je kind interesse heeft in dat thema. Ze zijn geschreven in een aangepaste taal, ideaal als je niet zo spontaan uit je woorden denkt te komen of niet zo goed weet wat je kan vertellen en hoe het verhaal moet groeien.
Wat? Stel, je kind komt thuis met een vraag als ‘Wat is vrijen?’, reageer dan niet boos. Blijf rustig. Je kind vertrouwt je en komt met zijn vragen bij jou omdat hij ervan overtuigd is dat hij bij jou terecht kan. Beschaam dat vertrouwen niet. Het is een waardevolle ervaring voor later. Als je boos wordt en hem op zijn honger laat zitten, dan keert hij niet meer naar jou terug met dergelijke vragen. Er rust dan een taboe op.
Als je eerlijk en rustig blijft krijgt je kind een veel beter gevoel. Zo zorg je voor een open en veilige communicatie. Dit is voor jouw kind het levende bewijs dat hij bij jou terecht kan met al zijn vragen. Klap dus niet dicht.
Nu direct? Als je schrikt van de vraag van je kind, laat dat dan zo min mogelijk merken. Kan je niet direct een antwoord geven waar jij je goed bij kan voelen, dan is dat niet erg. Wees open en vertel dat je even een boekje haalt, of even over je antwoord moet nadenken. Kom zo snel mogelijk terug op de vraag zodat je ukkepuk zich niet afgewimpeld gaat voelen.
Spontane vragen? Kinderen stellen meestal spontaan vragen die verder bouwen op de al gekregen informatie. Tijdens een programma op tv kunnen ze plots vragen wat een miskraam is als het scenario daarover gaat. Of wat een homo is tijdens het journaal. Antwoord daar zo eenvoudig mogelijk op, geef eventueel voorbeelden. Misschien ken je wel iemand binnen je kring in die situatie. Hou je mening voor jezelf, geef juiste info.
Moet ik dat doen? Als je kind met vragen afkomt, dan is dat een compliment. Het vertrouwt je, voelt zich veilig bij je. Als je ze afwimpelt, dan gaan ze uiteindelijk zelf op zoek naar antwoorden die misschien niet zo helemaal juist zijn. Als je je kind zelf informeert weet je zeker dat je correcte informatie aanbiedt.
Ze is verliefd!? Kinderen leren met alle gevoelens omgaan, ook met verliefdheid. Wil je even stil staan bij hoe je daar mee omgaat? Klik dan hier: Mama, ik ben op Wout: Jonge kinderen leren omgaan met verliefdheid.
Foto Haley