Haken doe je zo #3: de vaste
Na het opzetten en een ketting haken kan je overgaan op de volgende stap: een lapje haken. De vaste is daar een goede steek voor. Zo haak je hem:
Vergeten hoe dat gaat, een opzetlus of een ketting haken? Geen paniek. Bekijk nog even de filmpjes.
Het symbool van de vaste:
- Haak een ketting van lossen. Ik haak in dit voorbeeld 35 lossen. Met 35 lossen is de ketting breed genoeg om een sjaal haken. Je kan ook gewoon een proeflapje haken. Met 20 lossen heb je dan zeker genoeg. Heb je een ander haakproject in gedachten? Een gsm-hoesje haken bijvoorbeeld, dan meet je het voorwerp en haak je evenveel lossen als het voorwerp breed is. Zoals je al weet speelt de dikte van je wol en de dikte van je haaknaald een rol. Hoe dikker die zijn, hoe minder lossen je nodig zal hebben in je ketting.
- Steek de haaknaald in de tweede losse vanaf de haaknaald.
- Sla de draad om de haaknaald en trek hem door de steek. Je hebt nu twee lussen op de haaknaald.
- Sla de draad nog een keer om de haalnaald en trek door beide lussen: Je eerste vaste is een feit!
- Haak de volgende vasten nu zo: Steek de haaknaald in de volgende steek, sla de draad om de haaknaald en trek hem door de steek. Je hebt nu twee lussen op de haaknaald.Sla de draad nog een keer om de haalnaald en trek door beide lussen: Je bent vertrokken! Haak zo door tot aan het einde van de toer. Naast elkaar liggende steken vormen een toer. Aan het einde van de toer moet je keren:
- Aan het einde van de toer maak je een keerlosse. Een keerlosse is een extra losse om je haaknaald op de juiste hoogte te brengen voor je nieuwe toer. Als je vasten haakt, dan heb je maar één keerlosse nodig. In haakpatronen vermelden ze altijd het aantal keerlossen dat je moet haken. Keerlossen tellen niet mee in je toer. Keer je werk om te beginnen aan de volgende toer.
- Bij de volgende toeren haak je onder het hele v-tje door.
- Nu kan je blijven haken tot de lengte die jij wenst. Ondertussen krijg je de steek in de vingers en ga je die automatiseren. Er komt een tijd dat je de vaste zonder veel nadenken lekker door kan haken. Vanaf dat moment zit je helemaal in het ritme van het haken en haak je alle opgebouwde stress van je af. Zalig!
- Fout gemaakt? Haal de haaknaald uit de lus en trek voorzichtig aan de draad tot het deel dat nog goed is en probeer opnieuw. Je kunt geen steken laten vallen zoals bij breien.
- Klaar? Dan kun je afhechten. Knip de draad door op ongeveer 15 cm van de haaknaald. Maak een losse en trek de draad helemaal door de lus. Verstop de restdraad met de haaknaald in het haakwerk.
Steken tellen
Tel altijd steken vanaf de haaknaald. Tel de lus op je haaknaald niet mee. Zo vermijd je dat je steken overslaat of teveel haakt. Neem je evenveel lossen als in mijn voorbeeld, dan blijf je in elke toer 35 vasten behouden (De keerlosse tel je niet mee, weet je nog?).
Ideetjes
- Als je met deze instructie een sjaal haakt, dan kan je hem nog mooier maken met een gehaakte ketting waarmee je een woord vormt, of een figuur. Je kan aan de uiteinden ook franjes knopen.
- Je kan met je gehaakte lap ook een kussen haken. Op een kussen kan je alle kanten uit met een gehaakte ketting. (een woord: Relax/een vorm: een hart/…)
In bovenstaande voorbeeldjes is de ketting nog niet vastgenaaid. De onderste afbeelding is leuk voor een etui voor een tablet.
- Een tasje maken met je gehaakte lap kan natuurlijk ook. Haak dan nog even een schouderband, dan is het helemaal compleet!
- Wil je een kleiner haakproject? Een gsm-hoesje, een brillenzakje, een etui voor de tablet is dan een goed idee!
Duidelijker met een filmpje? Hier komt het:
Volgende instructie?
Volgende keer volgt een demo van de halve vaste. Een ideale steek om je haakproject dicht te haken, aan elkaar te haken. Dus zorg dat je tegen de volgende instructie een projectje klaar hebt liggen…(hoesje, kussen, tasje,…). Veel haakplezier!