Als je op zoek bent naar een leuk haakpatroon, dan kom je ongetwijfeld geschreven of getekende haakpatronen tegen. Wij helpen je om ze te leren ontcijferen.
Meestal staan haakpatronen vol van afkortingen of symbolen om ruimte te besparen en de boel een beetje kort en overzichtelijk te houden. De eerste keren dat je zo’n patroon onder ogen krijgt lijkt het wellicht op geheimtaal. Geen paniek. Als je goed kijkt staat er een korte legende boven het haakpatroon waarin de afkortingen nog even worden toegelicht. Als je eenmaal weet wat al die afkortingen of speciale tekens betekenen wordt het ineens best logisch.
2 verschillende types van haakpatronen
Het uitgeschreven patroon
Dit is een patroon dat uitgeschreven is, maar waarvoor er meestal een afkorting wordt gebruikt om de steken te benoemen. Gelukkig worden afkortingen meestal wel even toegelicht bovenaan het patroon.
De meeste van de gratis haakpatronen bij zenspiratie zijn uitgeschreven patronen. Wij kozen er voor om geen afkortingen te gebruiken omdat ons dat veel handiger leek voor een beginnend haker. Een paar voorbeeldjes:
Het getekende patroon
In onze haaksessies kreeg je bij elke steek al het symbooltje voor de steek aangeboden. Dan kan je al een stuk vooruit helpen in het ontcijferen van een grafisch patroon. In een grafisch patroon worden de steken getekend en moet je goed kijken welke steek op welke steek staat in de volgend toer. Een voorbeeldje van zo’n patroon bij zenspiratie is te vinden bij de omslagdoek.
We maakten een mooi overzicht van de aangeleerde steken en hun symbool:
Dit kan best handig zijn om bij je te hebben als je een grafisch patroon ontcijfert. Vergeten hoe de steek werkt? Neem er gewoon even onze Haken do je zo tutorial bij en je bent op dreef 🙂
Wat je verder nog moet weten…
- Beschrijvingen die tussen * of ** staan moet je herhalen.
- Steken die tussen () staan horen altijd bij elkaar. Soms moet je alle steken tussen de haakjes in één steek of in een kettingboogje haken. Soms moet je de reeks tussen de haakjes herhalen. Soms worden de haakjes ook gebruikt aan het einde van de zin. voorbeeldzin: 10 v, 3hv, 1 v (14) = Aan het einde van de toer heb je een totaal van 14 steken.
- Komma’s hebben ook een belangrijke betekenis in patronen. voorbeeldbeschrijving: 2v, 1v. =In de eerste steek 2 vasten en in de volgende steek 1 vaste. De komma scheidt dus de steken in de toer.
- Soms worden kleuren ook aangeduid in een patroon. Dat wordt meestal met een letter gedaan. voorbeeldbeschrijving: ‘haak 12 l met A’. Wat kleur A dan is zal je terug vinden boven het patroon bij materialen of benodigdheden.
Engelse of Amerikaanse jargon
Het kan gebeuren dat je op een Engels haakpatroon stuit. Zoals ik met de colsjaal . Dan heb je wat vertaalwerk voor de boeg. Let goed op de haaktermen. In het Engels heb je UK/US terminologie.
Overzicht US-UK-Ned haaktermen
US (Amerikaans) | UK (Engels) | Nederlands |
Chain | Chain | Ketting van lussen |
Double crochet (dc) | Treble (tr) | Stokje |
Half double crochet (hdc) | Half treble (htr) | Half stokje |
Repeat instruction between brackets | Repeat instruction between brackets | Herhaal de instructies tussen de haakjes |
Row | Row | Rij, toer |
Single crochet (sc) | Double crochet (dc) | Vaste |
Slipstich (sl.st.) | Single crochet (sc) of slip stich | Losse |
Triple crochet (trc) | Double treble (dtr) | Dubbel stokje |
Je bent helemaal klaar om op ontdekking te gaan!